|
Boerke Nijs,
uit "Ik was pas zes... |
Die mooie zachte namiddag van 4 december 1943 stapte ik met tante Hortense een kruik melk wegbrengen van de Tweekleinwegenstraat , waar onze bomma woonde, naar de joviale Boerke Nijs. We gingen, zoals gewoonlijk onder buren, langs het tuinpad en de achterdeur. Dat was korter en je liep minder gevaar dan langs de grote steenweg naar Tervuren. Daar kon je aangereden worden door de "tram vizenal" naar Tervuren en Brussel of ook hongerig bestolen worden; want je had kostbare melk bij ! Zo wisten wij niet, dat langs voren een hele omsingeling aan de gang was door de beruchte Gestapo: het Sicherheitskorps van de Obersturmbannführer SS Robert Verbeten uit Herent. We stapten de keuken binnen, waar de boer, zijn zoon en zijn vrouw, Suzanne, boterhammen met spekvet en gestoofde peren in zwarte koffie aan het eten waren. De melk werd overgegoten en de koele kelder ingedragen. We moesten een aantal flessen tafelbier, "gersten", "bruine" en "peterman"mee terugnemen. En dus stapten we naar het café . Tante liet haast de flessen vallen, toen plots de deur werd open-gezwaaid en wij werden opgewacht door een aantal figuren in zwart uniform met dreigend gezicht; gewapend met pistolen . Wij werden, samen met een paar andere klanten bijeengedrumd tegen de muur aan de kant van de Tervuursesteenweg en onder schot gehouden door drie grinnikende bullebakken. Een koel heerschap, in burgerpak, voerde venijnig het grote woord. Hij bleek de baas te zijn... " Wie is hier de
genaamde BOERKE NIJS ? " Daarbij trok hij de loop van zijn pistool naar
achteren en maakte het klaar om te schieten. De lugubere gebaarde dreigend met zijn pistool naar de keukendeur. De boer moest daar met het gezicht tegen de muur gaan staan. De dreiger strekte de arm voorwaarts, mikte en schoot... De boer knalde als door een rukwind tegen de muur.., zakte ineen..., bloed op het behangpapier... De laaghartige schutter borg zijn wapen weg, draaide op de hielen, beval de anderen knorrig , met een ijzige ondertoon in de stem : " Abmarsch!!" en
verliet onbewogen het doodstille café... Totaal in de war en nog niet beseffend wat zich voor hun ogen had afgespeeld. Echtgenote en zoon haastten zich naar het lichaam van de lafhartig neergekogelde overbekende en zo graag geziene buurman. Suzanne omarmde snikkend haar manterwijl de zoon met betraande ogen mompelde :" Pa, daar zullen ze voor boeten, ik zweer het u!!" Hij was vuurkruiser-oudstrijder van aan de Ijzer; dus zeker niet duitsgezind. Maar verder deed hij niemand kwaad. Hij was graag gezien in de buurt en kon heel grappig uit de hoek komen , soms. Geregeld stak hij niet onder stoelen of banken, dat hij een BELG was in hart en nieren. Dat hij hield van België en ook van Frankrijk. Was dit nu zijn beloning ? Wat niemand wist, was zijn hulp aan het verzet: financieel, met voedselhulp en daadwerkelijke hulp aan onderduikers en vluchtlijnen. Hoe kwam het korps van Verbelen, Janssens, Faignaert, Verstraeten hem op het spoor? Werd hij ontdekt of verraden? De schrikwekkende naam van de beruchte partizanenjager en terreurzaaier in de hel van Breendonk werd als de schutter genoemd: de gevaarlijke heimelijke Emiel Van Thielen uit de Vlaanders: Max Günther ofte Gestapo Max! Pierrot, de kapper uit de buurt, een verzetsman, wenkte tante met mij door te gaan. Blijkbaar was hij van mening, dat dit geen mooi gezicht was, voor een aankomende jongen van negen. Langzaam verlieten wij schuw de gelagzaal. Maar ik had genoeg gezien: die diepbedroefde moeder en zoon; dat bloed , dat het hemd van de boer rood begon te kleuren. En dan die oorverdovende knal van het schot! Zoiets kan een kind niet vergeten... Naar verluid heeft een in der haast bijgehaalde dokter de boer nog naar de kliniek laten overbrengen. Maar helaas is hij daar aan zijn verwonding overleden. |