Drama van Wolfenbüttel
Te Lichtervelde onder de kerktoren staat een monument ter
herinnering aan de terechtgestelde politieke gevangenen.
Het is op 15 juni 1944 dat de Lichterveldse burgemeester en
accordeonbouwer Eugeen Callewaert samen met nog twaalf
Lichterveldse verzetslieden in Wolfenbüttel in Noord-Duitsland werd onthoofd.
******************************************************
Op
het lokale politieke front heerste in Lichtervelde anno 1939, na
decennialange verbeten strijd, enige rust. Burgemeester Callewaert leek
goed op weg de consensusfiguur te worden die de gemeente broodnodig had.
Het nog piepjonge VNV had voorlopig geen stem in het kapittel. De
conferentie van München in 1938 en de inval in Polen in 1939 zaaiden
twijfel rond de goede intenties van Duitsland. Een nieuwe oorlog
behoorde tot de mogelijkheden maar de modale Lichterveldenaar zag het
niet direct zwart in. Een heruitgave van 1914-18 leek uitgesloten.
Op
28 mei 1940, luttele uren na de capitulatie, trekken Duitse troepen
triomfantelijk Lichtervelde binnen. De strijd is gestreden, zij zijn de
overwinnaars en ze stellen zich niet aan als een zootje ongeregeld.
Gespeeld vriendelijk, tot hoffelijk. Wie zich verwachtte aan teugelloze
soldateska komt bedrogen uit. Met die mannen valt te praten. Zo leerden
de ketters maar zij doolden.
Duitsland
zou de wereld veroveren, weinigen die daaraan twijfelden maar om
veiligheidsredenen er het zwijgen toe deden. De bevolking leerde de
Nieuwe Orde kennen in alle facetten. Stilaan werd de uitgestoken hand
een wurggreep met verordeningen allerlei die gingen van pietluttige
tussenkomsten tot ernstige ingrepen.
In
maart 1941 moest de 60-jarige schepen Emeric Maenhout het veld ruimen
voor een VNV'er. De rantsoenering werd met de dag pijnlijker en het
aantal verbodsbepalingen groeide exponentieel. Een jaar later werden
schepen Louis Debaeke en burgemeester Eugeen Callewaert uit hun ambt
ontzet om op zijn minst duistere, zo niet verdachte redenen. Hun
opvolgers waren leden van het VNV of vertrouwelingen van het Derde Rijk.
Het
VNV groeide gestaag en wierp zich op als de voorbestemde uitvoerder van
de Nieuwe Orde. De Lichterveldse gemeenschap aanzag die evolutie met
lede ogen. Leven onder een bezetting en geknecht worden door eigen volk,
dat kon niet. Verzet zal niet uitblijven.
Spoorweg-
en postmannen vonden mekaar in de omgeving van het stationskwartier.
Omer Vermandele, plaatselijk agent van de Bank van Brussel, in 1914-18
al bij het verzet betrokken en Alfons Demauw, verzekeringsagent, zetten
de bakens uit in de dorpskom. Landbouwers in het noorden en het zuiden
van het dorp groeiden toe naar een lokale, beperkte kern. Dokter Louis
Debaeke had patiënten overal en manifesteerde zich als een echte
propagandist van de nog jonge en prille weerstand. Zijn ijver was
grenzeloos, de vele oprecht gemeende waarschuwingen ten spijt.
Op
zaterdag 6 december 1941 wordt onder het mom van het Rode Kruis een
vergadering belegd voor een 40-tal kandidaat-weerstanders.
Reserve-luitenant Marcel Vanderhaeghen uit Roeselare heeft het over de
oprichting van een HIB, Hulp- en Inlichtingen Bureau, wat dat ook moge
betekenen. Hij blijft uiterst vaag over de concrete doelstellingen van
de beweging maar de aanwezigen menen te begrijpen dat hij de paden wil
effenen voor een efficiënte verzetsbeweging.
Achteraf
zijn de meningen op zijn minst verdeeld. Een gevaarlijke onderneming,
veel te gevaarlijk menen sommigen en zij haken af. De diehards zullen
doorgaan, desnoods met risico's.
De
kern van het Belgisch Legioen, later Geheim Leger is in volle
ontwikkeling. De Zwarte Brigade in Lichtervelde treft in de Witte
Brigade een verdoken tegenhanger. De embryonaire cellen worden
uitgebreid tot volwaardige secties. Enige administratie lijkt
noodzakelijk en de namen van de leden worden zorgvuldig opgelijst, dit
tot grote ergernis van de groepsleiding.
Het
opzet van de beweging is in eerste instantie beperkt. Geen
spectaculaire sabotage, geen terreur, we houden ons klaar om bij de
nakende (sic) geallieerde inval de bevrijders zoveel als mogelijk hulp
te bieden en na de bevrijding de gestoorde orde in het dorp te
herstellen. Een plan waarin de meerderheid van de leden zich kan vinden.
Voor
de uitvoering evenwel is een minimum aan bewapening nodig. Een
persoonlijk wapen is een must. Zonder wapen kan je in oorlogstijd geen
gezag afdwingen. Heel wat leden waren al in het bezit van een pistool of
een geweer, gevonden na de capitulatie in mei 1940. Anderen waren
ijverig op zoek naar 'iets' en ook bereid er flink wat geld voor te
betalen. Eens in het bezit van het zo fel gegeerde kleinood haalde de
trots het op het gezond verstand en enkele naïevelingen onder hen lieten
zich wel eens verleiden tot wat opschepperij over hun aanwinst. Een
stommiteit die ze later met hun leven zullen betalen.
Medio
1942 leefde er dus, niet altijd strikt clandestien, weerstand in
Lichtervelde en werd er ook aan wapenhandel gedaan. Weliswaar niet in
industriële hoeveelheden, neen, gewoon verhandeld met een zekere
winstmarge voor de verkopers.
Toen
verscheen pastoor en infiltrant Kaumont op het toneel. Geboren uit een
gemengd huwe- lijk, Duitse vader en Waalse moeder, werkte hij
gelijktijdig voor de katholieke kerk in Lasne (Waals-Brabant) en voor de
Gestapo in Brussel. Hij zakt af naar Lichtervelde en ontmoet er bewust
Gaston Maertens, die hij leerde kennen tijdens de mobilisatie. Hij koopt
er wat eetwaar op de zwarte markt en verneemt terloops dat er ook
wapens verhandeld worden.
Binnen
de kortste tijd wordt er een net gespannen rond Maertens en zijn
trawanten. De list van Kaumont klopt tot in de minste details. Het wapen
dat hij wil kopen kan geleverd worden in een herberg in Torhout op
zaterdag 25 juli 1942 om 9 uur 's ochtends. Verdekt opgestelde
Feldgendarmen vallen de herberg binnen en Maertens en zijn vriend
Theophiel Pannecoucke worden prompt in de boeien geslagen. In de loop
van de dag wordt de Torhoutse sectie, voor zover er al organisatie was,
professioneel opgerold.
Het
kwade nieuws uit Torhout verspreidt zich in Lichtervelde als een lopend
vuurtje. De ontstane onrust neemt af wanneer geweten is dat het louter
om Torhoutenaren gaat. Daar heeft Lichtervelde geen uitstaans mee. Wat
wel tot nadenken stemt is dat iemand weet heeft dat dokter Debaeke wel
connecties heeft met Maertens. Dat wordt dan weer heel ernstig.
De
coup van 25 juli is niet langer een alleenstaand feit. Enkele dagen
later is Lichtervelde aan de beurt. Geen massa-aanhoudingen, alleen
enkelingen worden opgepakt door de Gestapo en de goegemeente weet of kan
niet vermoeden waarom. De top van de weerstand vermoedt onraad en
belegt een crisisvergadering om de gespannen toestand te evalueren en de
gemoederen te bedaren. Neen, de Duitsers weten niets over onze
activiteiten, namen zijn niet bekend, we houden ons verder gedeisd en de
storm gaat wel liggen. Niets is minder waar. De bevolking zwijgt maar
beseft dat de Witte Brigade, wie dat ook mag zijn, zwaar onder vuur
ligt.
Zes
weken van relatieve stilte gaan voorbij tot op vrijdag 18 september de
bom barst. Om en bij de twintig aanhoudingen in een tijdspanne van 48
uren. De gemeente staat perplex. Alle opgepakte dorpelingen zijn brave
mensen die geen vlieg kwaad doen. Wat voert de Gestapo in het schild?
Dat kan niet! Over een paar dagen zijn ze allemaal weer thuis.
Niemand
kwam naar huis. Begin oktober volgde het naspel met nog enkele
arrestaties. Via de gevangenis van Roeselare werd het gros overgebracht
naar de Nieuwe Wandeling in Gent. Rond Nieuwjaar werden enkele mannen
vrijgelaten. Zij onthielden zich van elk commentaar. "Wij hebben niets
misdaan, ons langer vasthouden kan dus niet." Over hun medegevangenen
wisten zij bitter weinig tot helemaal niets te vertellen.
Tijdens
de verhoren, ergens in een luxueuze villa in een betere Gentse buurt,
worden de mannen hardhandig aangepakt. Er wordt geslagen, geschopt en
gefolterd tot bekentenissen volgen. Een grondige aanpak. Met heel veel
geluk kan er soms een kort bezoekje af. Een pakje met wat voedsel en
kleren mag ook indien de directie in een goede bui verkeert. De
gevangenen overtuigen hun familie dat het wel niet zo lang zal duren
voor ze weer vrij zijn. Het bleek ijdele hoop te zijn.
Eind
januari krijgen de gedetineerden van Lichtervelde en naaste omgeving
hun burgerspullen terug voor het transport naar het Brugse Pandreitje.
Een cipier vertelt ze dat ze naar het proces moeten. Welk proces, wiens
proces, hoe proces? Worden ze daar gevonnist? Neen, ze worden enkel
opgeroepen als getuige in de zaak tegen de gebroeders Packet uit Torhout
die beschuldigd worden van wapentrafiek. Misschien hadden ze ook
relaties met de Lichterveldse Witte Brigade?
Een
maat voor niets. Vrijwel niemand kent die drie broers persoonlijk,
enkel van naam, meer niet. Jules en Marcel Packet worden ter dood
veroordeeld en de terechtstelling volgt op 2 september 1943 in
Oostakker. Het is merkwaardig dat na afhandeling van de zaak Packet
enkele Lichterveldenaren met lichtere straffen bedacht worden en zij
zullen het einde van de oorlog halen.
Hun
tweede verblijf in de Gentse Nieuwe Wandeling is van korte duur. Het
transport naar de gevangenis van Bochum is al geregeld. Half februari
reizen ze af, oostwaarts, in lamentabele omstandigheden, op water en
brood. Stoelgang en plasbeurten gebeuren in een hoek van de treinwagon.
Het
gevangenisleven in Bochum is te harden. Het grootste gevaar komt van
buiten. Om de haverklap wordt de stad gebombardeerd en schuilen is voor
de celbewoners uitgesloten. Voor eenieders veiligheid zullen de bewoners
van de gevangenis geëvacueerd worden.
Papenburg
is het nieuwe eindstation. Van Papenburg slepen de gevangenen zich naar
het kamp van Esterwegen. Is Esterwegen een adempauze in het troosteloze
bestaan van de laatste maanden? De Lichterveldse entente krijgt goede
punten van de kampbewaking en dat leidt tot wat karige voorrechten.
Keuken- en tuinwerk is ze voorbehouden. In de keuken valt soms wat extra
te versieren: een wortel, een patat, een ajuin en dies meer. Met die
weinige supplementaire vitamines houden ze het hoofd boven water.
Zij
kunnen er ook, voor de eerste keer in zoveel maanden, met mekaar
praten. Het gaat er niet altijd even rustig aan toe maar geschillen en
misverstanden worden opgeklaard en bijgelegd. Ze brengen begrip op voor
mekaars situatie en zijn bereid te vergeven. Het komt wel goed, ze zijn
nog altijd niet veroordeeld, het regime in Esterwegen is al bij al nog
dragelijk en die oorlog blijft niet duren. Over korte tijd zijn ze weer
thuis in hun dierbaar Lichtervelde.
Het
tragische nieuws over de terechtstelling van dorpsgenoot Arseen
Debaillie en Pater Raskin, beiden voor korte tijd lotgenoten in
Esterwegen, slaat in als een bom. Ze doen het toch! Ja, Arseen en de
pater spioneerden voor de Engelsen maar dat deden wij niet. Als er ooit
een proces komt ontsnappen wij wel aan de doodstraf. Om een revolvertje
van twee keer niets te kopen of te verkopen of om lid te zijn van een
vaderlandse beweging word je niet tot de strop veroordeeld. Zijn
minimaliseerden de feiten om niemand de hoop op de uiteindelijke
vrijheid te ontnemen.
Het
proces komt er. Op 21 december 1943 wordt hun de individuele akte van
beschuldiging overhandigd. De essentie is voor iedereen gelijk:
wapenbezit en/of verhandeling van wapens, lidmaatschap van een
weerstandbeweging en beluisteren van een Engelse zender. Zij krijgen de
tijd om een persoonlijk verweerschrift in te dienen. Formeel ontkennen
wat tijdens de verhoren in Gent aan het licht kwam is moeilijk, maar
toch zullen zij het er op wagen. Of het iets uithaalt zien ze later wel.
Op
zondagmiddag 13 februari 1944 staat een open LKW klaar aan de ingang
van het kamp om 17 gevangenen over te brengen naar Leer alwaar het
gevreesde proces zal plaats vinden. Zij zijn proper gedoucht, netjes
gekapt en geschoren en in hun burgerpak van thuis gestoken. Op maandag
worden de debatten geopend. Het gaat enorm snel, de akte van
beschuldiging wordt afgedreund en de tolk kan nauwelijks volgen. De
beklaagden hebben er geen jota van begrepen. Dat het er niet goed
uitziet, beseffen ze wel. Ze krijgen geen kans met elkaar overleg te
plegen.
's
Anderendaags komt de auditeur aan het woord die voor elk geval de
doodstraf eist. De laatste hoop is gevestigd op de toegewezen advocaat.
Die man kent amper het dossier en noch minder de mensen. Hij zegt dat ze
geen kwade bedoelingen hadden en dat ze spijt hebben over hun daden.
Wegens landverraad, vrijschutterij en begunstiging van de vijand worden
allen ter dood veroordeeld. Het vonnis is onomkeerbaar, beroep is niet
mogelijk.
Bij
hun terugkeer in het kamp van Esterwegen worden ze onmiddellijk in
strikte afzondering opgesloten. Contact met de buitenwereld kan niet
meer, hoewel de pijnlijke veroordeling toch gaat uitlekken. Luttele
dagen na het proces zit hun verblijf in Esterwegen erop. Met open
vrachtwagens worden ze overgebracht naar de gevangenis van Lingen voor
eenzame opsluiting. Het laatste restje hoop zit in een verzoek om genade
als die er ooit komt.
Via
een cipier vernemen ze dat een transport voorzien is voor 22 maart 1944
richting Wolfenbüttel. Hilaire Demeyer wist tijdens het proces in Leer
al te fluisteren dat in Wolfenbüttel daadwerkelijk doodstraffen
uitgevoerd worden. Hij heeft er een half jaar verbleven en kent het
reilen en zeilen van de gevangenis.
Ze
worden er per een of per twee opgesloten in de gelijkvloerse cellen
waar het de hele dag akelig stil is. Het comfort is er net iets beter
dan in andere gevangenissen. Ze kunnen zich onledig houden met kleine
werkjes indien ze dat verlangen. Aalmoezenier Unverhau wordt zelfs een
vriend aan huis van de Lichterveldenaren. Ze kunnen hem altijd in
vertrouwen spreken. Over de landing van de geallieerden in Normandië op 6
juni 1944 geeft de aalmoezenier geen commentaar. Ze zullen begrijpen
waarom. Indien de Britten en Amerikanen met reuzenschreden naderen, zit
bevrijding er misschien nog in. Echt geloven in die stunt doen ze
nochtans niet.
De
dag waarop terechtstellingen uitgevoerd worden is er altijd deining in
de gevangenis. De hele populatie loopt er nerveus bij. De spanning is er
te snijden, de cipiers krijgen het moeilijk. Alles wijst erop dat op
dinsdag 13 juni de guillotine niet zal werken. Alweer een dag gewonnen.
Donderdag 15 juni kondigt zich aan als een doodgewone dag. In de loop
van de ochtend worden de gevangenen bevrijd van hun boeien. Is hun
genadeverzoek verhoord? Neen, dat vernemen ze korte tijd later na een
gesprek met twee ambtenaren van justitie. Vanavond om 18 uur worden ze
terechtgesteld met de valbijl. Daar moeten ze formeel akte van nemen.
Na
de middag wordt hun papier en pen bezorgd voor een afscheidsbrief aan
de familie. Later wordt het galgenmaal opgediend, een bord pap met
brood. Even voor zes worden ze uit de cellen gehaald en naar een kelder
geleid die dienst doet als wachtlokaal. Vanaf 18 uur stipt start het
minutieus getimede programma. Vooraf nog een laatste identificatie. De
griffier bevestigt dat er geen nieuwe elementen zijn aangevoerd en dat
het vonnis zal voltrokken worden. Om twintig over zeven is de klus
geklaard. Alles perfect in overeenstemming met de Duitse
(oorlogs)wetgeving.
Begin
mei 1945 zal de gemeente Lichtervelde via diverse kanalen, officieuze
en officiële, op de hoogte gebracht worden van het drama Wolfenbüttel.
Het stoffelijk overschot van de 13 in gruwelijke omstandigheden
overleden dorpelingen wordt op 24 augustus 1947 bijgezet op de
gemeentelijke begraafplaats van Lichtervelde.
Tekst
ter beschikking gesteld door de heer Modest Maertens, auteur van het
boek "De stille strijd van Eugeen Callewaert burgemeester van
Lichtervelde" waarvoor onze dank.
***************************************************************
Bijkomende info:
De
Brabantse rexistische kapelaan Kaumont werd midden december 1942 te
Brussel door leden van het Onafhankelijksfront neergeschoten wegens
ernstige vermoedens dat hij voor de Gestapo werkte en optrad als
almoezenier voor het Waals legioen.
***************************************************************
Opschrift graftombe:
"ÉÉN IN DEN STRYD - ÉÉN IN DEN DOOD
DE WEERSTAND VAN LICHTERVELDE ONTHOOFD TE WOLFENBÜTTEL
15 JUNI 1944"
DE WEERSTAND VAN LICHTERVELDE ONTHOOFD TE WOLFENBÜTTEL
15 JUNI 1944"
De foto's en namen van de Lichterveldse onthoofden genoemd met hun leeftijd en de juiste tijd van hun executie.
Jules Hoorne 25 jaar | Hilaire Demeyer 31 jaar | Gaston Maertens 40 jaar |
Geb. Lichtervelde 22-08-1919 | Geb. Zwevezele 11-09-1913 | Geb. Zedelgem 08-05-1904 |
Onthoofd om 18.09 uur | Onthoofd om 18.38 uur | Onthoofd om 18.40 uur |
André Denolf 31 jaar | Georges Baert 30 jaar | Albert Craeynest 33 jaar |
Geb. Lichtervelde 26-09-1913 |
Geb. Lichtervelde 15-07-1914
|
Geb. Lichtervelde 15-09-1911 |
Onthoofd om 18.54 uur | Onthoofd om18.54 uur | Onthoofd om 18.56 uur |
Theophiel Colpaert 38 jaar | Eugeen Callewaert 50 jaar | Dr. Louis Debaecke 43 jaar |
Geb. Lichtervelde 29-04-1906 | Burgemeester Lichtervelde | Schepen te Lichtervelde |
Onthoofd om18.59 uur | Geb. Lichtervelde 09-06-1894 | Geb. Alveringem 02-08-1901 |
Onthoofd om 19.01 uur | Onthoofd om 19.03 uur |
Gabriel Dewaele 29 jaar | Odiel Moyaert 38 jaar | Gerard Tanghe 24 jaar |
Geb. Lichtervelde 09-09-1915 | Geb. Lichtervelde 20-09-1906 | Geb. Torhout 25-04-1920 |
Onthoofd om 19.06 uur | Onthoofd om 19.13 uur | Onthoofd om 19.17 uur |
Omer Vermandele 49 jaar | ||
Leider der weerstand (was al tijdens de eerste wereldoorlog actief in het verzet) | ||
Geb. Lichtervelde 06-101895 | ||
Onthoofd om 19.20 uur |
***************************************************************
Op 15 juni 1944 schreven de dertien veroordeelde Lichterveldenaars een afscheidsbrief. De geschriften zouden hun echtgenotes nooit bereiken. Toen de Russen Wolfenbuttel bevrijdden, verdwenen de brieven in het staatsarchief van Potsdam. Na de val van de muur spoorde de Gentse professor De Graeve ze op.
********************************************************************************
Andere Lichterveldse politieke gevangenen:
Onthoofd te Dortmund op 18 oktober 1943
Debaillie Arseen
Aangehouden te Lichtervelde op 08-08-1942 wegens spionage en verzetsactiviteiten.
Omgekomen te Buchenwald op 05 mei 1945
Demuynck Octaaf
Aangehouden te Lichervelde op 03-08-1942 wegens wapenbezit, het verschaffen van wapens en lidmaatschap van de weerstand.
***************************************************************************
Wolfenbüttel
was een strafgevangenis in Neder-Saksen. In de herfst van 1943 werd er
een executieplaats ingericht, waar terdoodveroordeelden van burgerlijke
en militaire rechtbanken met een guillotine onthoofd werden. Vanaf
oktober 1937 tot 15 maart 1945 werden er meer dan 700 mannen en vrouwen
terechtgesteld, waaronder 45 Belgische verzetslui
*****************************************************************************